Schiphol heeft aangekondigd dat de havengelden in 2024 niet met de eerder voorspelde 12 procent zullen stijgen, maar met een hoger percentage van 14,8 procent. Deze mededeling is recentelijk gedaan aan de luchtvaartmaatschappijen. De extra verhoging is noodzakelijk vanwege de gederfde inkomsten in 2022 als gevolg van verminderd vliegverkeer.
Aan het begin van 2022 waren er nog reisbeperkingen vanwege de coronapandemie, waardoor luchtvaartmaatschappijen minder vluchten hebben uitgevoerd dan oorspronkelijk gepland. Daarbij kwam ook dat er verschillende vluchten vertraging hadden, wat ook op de site bij vertrek Schiphol vandaag te zien was. Ook de personeelstekorten bij de beveiliging hebben bijgedragen aan verminderd vliegverkeer, maar het geschatte aandeel hiervan is door Schiphol niet meegenomen in de berekening van de havengelden.
Aankondiging van de CFO
Schiphol’s Chief Financial Officer (CFO), Robert Carsouw, heeft aangegeven dat de luchthaven luchtvaartmaatschappijen op de hoogte heeft gesteld van de beslissing om de havengelden te verhogen. Hij begrijpt dat dit voor hen geen prettig nieuws is. Tegelijkertijd benadrukte hij dat deze stap noodzakelijk is voor zowel de kwaliteit van de dienstverlening als de financiële positie van Schiphol. Carsouw wijst erop dat deze beslissing in lijn is met de geldende wet- en regelgeving. In goede jaren is het immers niet toegestaan winst te maken op de havengelden, terwijl Schiphol zich in mindere jaren geen verliezen kan veroorloven.
Tekort aan beveiligers
Het tekort aan beveiligingspersoneel op Schiphol heeft in 2022 bijgedragen aan een afname van het vliegverkeer. Als gevolg daarvan heeft Schiphol gedurende delen van 2022 een limiet ingesteld voor het aantal vertrekkende reizigers, wat ook te zien was aan de drukte in onder andere vertrekhal 3 Schiphol. Volgens Robert Carsouw, de CFO van Schiphol, is het personeelstekort een van de factoren die hebben geleid tot het minder frequent uitvoeren van vluchten. Om deze uitdaging het hoofd te bieden, heeft Schiphol besloten om het geschatte aandeel van de luchthaven in de verminderde activiteit van 2022, zij het niet verplicht, in mindering te brengen op de aangekondigde verhoging van de havengelden. Carsouw benadrukt dat zonder deze correctie de verhoging aanzienlijk hoger zou zijn geweest. De inflatie, die in 2021 aanzienlijk hoger is dan tijdens eerdere consultaties over de havengelden, wordt niet meegenomen in deze correcties. Als we corrigeren voor inflatie en de genoemde verrekeningen, blijkt de trend in tariefontwikkeling eigenlijk sinds 2014 dalend te zijn geeft hij aan.
Wet- en regelgeving rond havengelden
De vaststelling van de havengelden op Schiphol is strikt gebonden aan wettelijke voorschriften. In essentie betekent dit dat Schiphol geen winst mag maken op deze heffingen. Als de opbrengsten van de havengelden hoger zijn dan de kosten die Schiphol maakt om luchtvaartmaatschappijen te faciliteren, zoals overeengekomen in de consultaties, worden deze overschotten verrekend en teruggegeven aan de luchtvaartmaatschappijen. Dit resulteert in een daling van de havengelden in het daaropvolgende jaar, zoals eerder is gebeurd, bijvoorbeeld in de periode van 2016 tot 2019. Omgekeerd past Schiphol ook correcties toe als er minder havengelden zijn binnengekomen dan de gemaakte kosten, met uitzondering van de jaren beïnvloed door de corona pandemie. Sinds 2014 heeft dit echter niet plaatsgevonden. Niettemin blijven de haventarieven van Schiphol concurrerend ten opzichte van andere internationale hubs. De zorgvuldige balans tussen opbrengsten en kosten zorgt ervoor dat Schiphol een kosteneffectieve luchthaven blijft, wat bijdraagt aan zijn concurrentiepositie in de wereldwijde luchtvaartindustrie.
[Dit artikel bevat gesponsorde content]
