Nieuws

RIGA – Luchtvaartmaatschappij airBaltic heeft opnieuw vier vliegtuigen van buitenaf moeten aantrekken om de aanhoudende problemen van de Airbus A220-motoren het hoofd te bieden. Als grootverbruiker van het type komen de zorgen rond de ‘geared turbofan’ (GTF) van fabrikant Pratt & Whitney bij airBaltic hard aan.

De PW1000-serie wordt al lange tijd geplaagd door problemen. De betrouwbaarheid van de motor is minder dan Pratt & Whitney heeft beloofd en de beperkte beschikbaarheid van ondersteuning en reserveonderdelen doen daar nog een schep bovenop. Er is vooralsnog geen modificatie voor de in omloop zijnde GTF’s beschikbaar om een einde aan de problemen te maken. Dat raakt wereldwijd veel vliegbedrijven, omdat de PW1000-serie ook voor andere vliegtuigfamilies wordt gebruikt. Op die manier heeft het bijvoorbeeld gevolgen voor KLM, dat met de Embraer E195-E2 vliegt.

AirBaltic meldde maandag (27 maart) de komende maanden gebruik te kunnen maken van twee A320’s, een Bombardier CRJ-900NG en een Airbus A319. De vier toestellen komen van drie ACMI-aanbieders, die ook voor de bemanning en vliegtuigonderhoud zorgen. Eerder tekende airBaltic al een contract voor vier Airbus A320’s om de vloot te versterken, nu het bedrijf in het drukke zomerschema niet volledig kan bouwen op haar Airbus A220-vloot.